Chitwan, aan de oevers van de Rapti river
Arriveren in Nepal na turbulent India is heerlijk. Wat is dat toch? De hele groep voelt het meteen. Mensen zijn rustiger, vriendelijker zou ik niet willen zeggen, maar ze willen minder van je, minder bedelen, minder verkopen, minder met je op de foto, minder vragen, alles minder.
Bescheiden volk, de Nepali. Het coronavirus heeft ook hier een enorme impact. De Chinezen die buurland Nepal hadden ontdekt, blijven nu massaal weg. Bij de grensovergangen tussen India en Nepal staan grote controleposten met spandoek voor check op het virus. Zo ook op het vliegveld in New Delhi. Wij westerlingen worden voorlopig ongemoeid gelaten maar twee van mijn groepsleden staan per ongeluk in de verkeerde rij, bij aankomst uit Singapore krijgt iedereen een koorts-check. Aan de landsgrens treffen we een Fox-groep met landgenoten die nogal onwennig met mondkapjes oplopen, die ze vervolgens voortdurend op en af doen. Weinig zinvol, maar tja je bent een reiziger of een toerist nietwaar.
Het nieuwe virus erin hakt er in bij toeristenindustrie. Fijn voor ons dat er geen grote groepen Chinezen rondlopen, maar de winkeltjes en restaurants zijn leeg. In heel Azië zijn gidsen en agenten waar wij mee samenwerken opeens werkloos. Mensen die je kent, met gezinnen om voor te zorgen en rekeningen te betalen. Veel reizen zijn gecanceld, ook mijn tour langs de Zijderoute die voor Mei staat gepland. Zeker de helft van die reis gaat door West- en Midden China en is nu no-go.
Andere verschillen? Na vegetarisch en bijna non-alcoholisch India typ ik dit blog op mijn opvouwbare toetsenbordje in een luie ligstoel aan de oevers van de Rapti rivier. Voor mijn neus een van de vele lokale biertjes. Heb daarstraks ook al een cappuccino met schuimmotief gehad ipv de slappe Nescafé van India. Er zijn bars met shisha pijpen en de Nepali zelf doen enthousiast mee met de viering van Valentijnsdag met ballonnen en harde muziek tot laat in de nacht.
Aan de overkant van de rivier en mijn ligstoel begint de Jungle. Twee keer gaan we tevergeefs met jeeps op zoek naar de tijger. Een haast onmogelijke opgave. Het dier leeft in tegenstelling tot de leeuw solitair en heeft zijn eigen jachtgebied. Natuurlijk heeft een andere jeep net na ons wel een tijger gezien haha. Maar wij hebben twee zwarte beren gespot met bewijs op film, dat is ten minste echt waar. Verder veel herten, vogels en wilde zwijnen.
Vanochtend na terugkomst van een vogelspot tour rond de 20.000 meren (arend, kingfisher, reiger, ooievaar, pauw, enz enz) duikt opeens een jonge neushoorn uit de struiken langs de doorgaande weg. Hij, een jong mannetje van 5 jaar oud - nog een kind volgens de gids - stapt rustig in het smalle riviertje waar ook een vrouw bezig is met de was en begint onbekommerd te grazen. Onze jeep brengt ons tot op 2 meter afstand. Nog nooit van mijn leven zo dicht bij een rhino geweest zonder hek ertussen. Pal naast het riviertje staat een lagere school maar alles is ok. Het jonge dier is als baby zijn moeder verloren en mag sindsdien in zijn eentje gewoon rondlopen in bewoond gebied. Volgend jaar wordt dat anders. Dan gaat ie de pubertijd in en wordt gevaarlijk. Hij moet dan zijn plek veroveren in het National Parc Chitwan aan de overkant va de rivier.
Ook de honden in Nepal zijn een stuk relaxter dan de altijd blaffende neven in India. Kijk deze lieverd die opeens naast me komt liggen. Langzaam zakt de rode zon. Dadelijk komen de herten weer drinken bij de rivier. En misschien toch de tijger? Vast als het te donker wordt om hem te zien. Bij terugkomst sjokt een olifant langs de ingang van onze lodge. We gaan nog even naar de ‘culturele’ avond in het dorpshuis met speciale aandacht voor het optreden van een pauw die op de lachspieren van iedereen werkt. Nepal, althans buiten de grote stad, is heerlijk relaxed.
Meer weten?
Lees op dit blog: De grote nacht van Shiva